Mijn tijd (overpeinzing)
Laatst hoorde ik het weer. Iemand hoorde een liedje van de Beatles en vertelde aan zijn kleindochter: ‘Hoor, de Beatles, een liedje uit míjn tijd’.
Waar het mij dan om gaat is de uitdrukking ‘mijn tijd’. Die muziek uit de tijd van de bewuste oma werd gespeeld in de jaren 1960/1970. Deze oma leeft nu in 2013. Ik kan het niet nalaten haar te vragen of déze tijd dan niet meer háár tijd is. Wat jammer… Je leeft dan al zo’n veertig jaar niet meer in ‘jouw’ tijd. En de ene vraag roept weer nieuwe vragen op, zoals: Wanneer begint ‘jouw’ tijd en misschien nog belangrijker: wanneer ben je uit de tijd.
Stel, je wordt negentig jaar, dan ben je langer ‘uit’ de tijd dan er ‘in’. Ik word er enerzijds een beetje lacherig, en anderzijds een beetje treurig van. Je bent toch geen jurk die uit de mode raakt. Raken we over de tijd? Zoals voedingsartikelen met een uiterste houdbaarheidsdatum?
Voor alle duidelijkheid: ik ontken niet dat oud zijn een andere fase is dan die van bijvoorbeeld mijn pubertijd. En als jonge moeder beleefde ik de kenmerken van die tijd. Maar ik zou willen dat we elke tijd als ‘onze’ tijd ervaren. Onze tijd nu is ook ‘mijn’ tijd!